Leerkracht in de kijker!

Elke maand zetten we een Vlaamse leerkracht aardrijkskunde in de kijker. We nemen van hem/haar een interview af aan de hand van onze vragenlijst.  Het interview vindt zijn weg naar de VLA-krant en de VLA-website.

De vragen zijn niet limiterend en kunnen aangepast worden.

Dit keer legden we onze vragen voor aan Kristien Rodiers, leerkracht aardrijkskunde in het Mencia de Mendoza Lyceum in Breda.

Je coördinaten?  Waar geef je les?  Aan welke graad?  Hoelang sta je reeds in het onderwijs? Waarom is je werkplek zo’n speciale plaats?

Wanneer je op Google Earth 51° 34’ 11” N, 4°45’49” E ingeeft, kom je uit bij het Mencia de Mendoza Lyceum in Breda. Niet alleen in Breda heeft deze school een vestiging, maar ook in Zundert (Vestiging Sandrode), vlakbij de Belgische grens. Het Mencia de Mendoza biedt hoofdzakelijk richtingen aan op VWO (= doorstroom in Vlaanderen) en Havo niveau (= doorstroom/arbeidsmarkt in Vlaanderen). In Zundert is er ook de mogelijkheid om mavo (= arbeidsmarkt) te volgen en sinds twee jaar zijn ze er ook met een VWO opleiding gestart.

Momenteel heb ik hoofdzakelijk de bovenbouw klassen en twee klasjes in de onderbouw onder mijn hoede. Ook geef ik het vak NLT (Natuur, leven en technologie). Dit vak houdt zowel chemie, biologie als aardrijkskunde in. Maar hier zal ik in het interview minder aandacht aan geven omdat dit voor het artikel minder van belang is.

Ondertussen sta ik al 7 jaar in het onderwijs, maar helaas heb ik nog geen vast stekje gevonden.

Wat zo leuk is aan deze school is dat het een heel internationaal karakter heeft. Hierdoor val ik als Belgische niet zo op omdat we nog een aantal andere collega’s hebben met een buitenlandse nationaliteit. Niet alleen worden er veel uitwisselingen georganiseerd voor de leerlingen (ze gaan naar Spanje, Griekenland, Polen, Turkije, …) maar ook kunnen we als leerkracht op uitwisseling gaan via het Erasmus + programma van de Europese Unie. Bovendien kunnen de leerlingen kiezen voor tweetalig onderwijs (tto). Zo krijgen ze een aantal vakken in het volledig Engels onder andere aardrijkskunde of geschiedenis. Ook kan je bij de directie (in Nederland: leidinggevende) altijd terecht wanneer je internationaal een project of excursie wil organiseren.

Waarom aardrijkskunde? Waarom geef je graag les? Hoe geef jij je lessen? Hoe maak jij gebruik van de didactische principes? Welke werkvormen gebruik jij overwegend? Welke excursies organiseer jij?  Waarom geef je graag les? 

Voor ik het onderwijs instapte, heb ik in een reisbureau gewerkt. Hier had ik altijd het gevoel dat ik een andere kant uit wilde met mijn leven en was ik ook uitgekeken op de job. Ondertussen was ik al enkele pistes aan het onderzoeken waar ik naar toe wilde gaan met mijn professionele carrière. Ik wilde vooral een beroep met veel sociaal contact. De economische crisis (2008) en de opkomst van het internet heeft dit proces versneld en zo kwam ik uit bij het onderwijs. Eerst dacht ik dat ik het niet kon, maar het bleek mij beter af te gaan dan verwacht en zo ben ik terug achter de schoolbanken gekropen om mij om te scholen tot leerkracht. In de bachelor opleiding moest je voor twee vakken kiezen en het was voor mij vanzelfsprekend dat ik als eerste vak aardrijkskunde koos, gezien mijn reisbureauverleden. Dit bleek liefde op het eerste gezicht te zijn. Zelfs zo erg dat ik nu een masteropleiding aardrijkskunde in Tilburg aan het volgen ben.

Ik vind vooral het contact met de leerlingen zeer leuk. Je krijgt veel van ze terug, maar anderzijds weet je het ook onmiddellijk wanneer er iets fout zit. Het zijn karaktertjes waar je soms mee vecht, maar vaak ook veel voldoening uithaalt. Ook zie ik graag de leerlingen evolueren in hun leerproces. Het is mooi te zien wanneer ze de klik maken wanneer ze bepaalde processen en systemen door beginnen te krijgen.

Mijn lessen probeer ik zo visueel mogelijk aan te pakken. Ik maak veel gebruik van filmpjes of artikels omdat dat het meeste bijblijft bij de leerlingen. Zo kan ik aantonen waarom dat het aardrijkskunde – onderwijs van belang is in de huidige samenleving en zijn het processen die in hun dagdagelijkse leven afspelen en geen ver van hun bed show is. Op deze manier probeer ik ook de voorkennis van de leerlingen te activeren en kan je regelmatig naar het visuele verwijzen.

Ik probeer ook regelmatig eens een andere werkvorm uit zoals een hoekenwerk of een werkvorm die we in onze lessen in Tilburg hebben meegekregen. Natuurlijk geef ik ook op de ‘ouderwetse manier’ les. Soms kan het ook niet anders. En natuurlijk de digitale tools niet vergeten. Deze zijn de afgelopen jaren ondenkbaar geworden. Ook even vermelden dat in mijn huidige school veel gebruik wordt gemaakt van de online methode en de leerlingen op deze manier hun oefeningen maken. Dit is zeker nog een overblijfsel vanuit het coronatijdperk. Wat mij ook opvalt in Nederland is dat er veel meer op de autonomie van de leerlingen wordt gewerkt. Op school is er een studieplaza. Hier kunnen de leerlingen terecht wanneer ze een studie uur hebben of wanneer je ze een zelfstandige opdracht geeft. Hier staan ook altijd studiecoaches klaar voor wanneer ze moeilijkheden ervaren wanneer ze problemen ondervinden met studeren.

Ook probeer ik – waar mogelijk – een excursie te organiseren. Dit schooljaar ben ik daar nog niet in geslaagd omdat het programma voor dit schooljaar al vastlag voor ik werd aangenomen en wilde ik eerst zien hoe het lesgeven mij in Nederland mee zou vallen. Ondertussen heb ik al wat ideetjes in mijn hoofd en hopelijk kan ik ze volgend schooljaar daar ook uitvoeren.

Heb jij een vaklokaal? Zo ja, hoe heb je dat ingericht?

Op school zijn er twee vaklokalen en nog is dit soms niet genoeg. We worden zoveel mogelijk in dit vaklokaal ingeroosterd, maar omdat we soms met meerdere aardrijkskunde collega’s tegelijk aan de slag zijn, gebeurt het dat een van ons nog in een ander lokaal wordt ingedeeld wat ook weer een heel gesleep van atlassen oplevert. In de vaklokalen hangen de gebruikelijke kaarten en posters over aardrijkskunde op en liggen er ook gesteenten klaar. Elk lokaal op school heeft een touch screen en liggen de Bosatlassen (de Nederlandse versie van de Plantynatlas). Een van de lokalen is zelfs uitgerust met een heel grote opblaasbare wereldbol.

Ook mag ik niet vergeten te vermelden dat we een vaksectiegroep (vakgroep) hebben van 6 collega’s en 2 stagiaires. We vergaderen om de 5 á 6 weken.

Hoe kijk jij als leerkracht naar het vak aardrijkskunde? Welke veranderingen zou jij doorvoeren mocht je vrije keuze hebben en over alle middelen beschikken? 

Omdat ik nu ervaring heb in zowel België als Nederland kan ik dus mijn expertise over beide landen uitspreken.

In Vlaanderen blijf ik het jammer vinden dat aardrijkskunde maar een één uursvak is en hierdoor dikwijls ‘maar als bijvak’ door directies wordt beschouwd. Uiteindelijk ben jij een van de leerkrachten die een van de meeste leerlingen heeft (samen met geschiedenis of natuurwetenschappen) omdat je zoveel klassen hebt om aan een vol lesrooster te komen. Wanneer het examens zijn, heb jij zo maar eventjes +/- 300 exemplaren te verbeteren en moet je bovendien alle klassenraden bijwonen, terwijl er sommige collega’s maar enkele klassen op het menu hebben staan. Dit vind ik toch wel dat een enorme werkdruk met zich meebrengt met bovendien sommige directies die je dan als ‘minderwaardig’ beschouwen. Het imago van aardrijkskunde zou toch wel eens mogen omgebogen worden in het Vlaamse onderwijslandschap.

Hier in Nederland krijgen de leerlingen in de onderbouw sowieso al twee uur aardrijkskunde per week. In Vlaanderen klinkt dit als luxe, maar je hebt hier toch ook wel een stevig programma af te werken. Het is wel zo dat de onderbouw geen examens heeft, maar tussen-tijdse toetsen krijgen die voor of het dubbel of het driedubbel op hun rapport meetellen. Ook moeten de leerlingen een grote praktische opdracht maken die toch ook wel zwaar doorweegt.  Aan deze formule zou ik weinig veranderen.

Het verhaal in de bovenbouw is anders. Hier is aardrijkskunde een keuzevak en krijgen de leerlingen op het einde van hun middelbaaronderwijs een centraal examen. Het programma is best stevig en geeft weinig ruimte om een les te laten vallen – ondanks dat ze ook twee uur aardrijkskunde per week krijgen. Wat ik bijzonder jammer vind, is dat ze geen kosmografie krijgen, ondanks dat dit een wetenschap is die nu toch wel regelmatig in het nieuws komt en zeker nu met de ontdekkingen van de James Webb telescoop. Hier zou, naar mijn mening, ook een verandering in mogen komen want veel leerlingen vinden dit uiteindelijk een leuk thema en zijn hier oprecht in geïnteresseerd.

Wat is anders/gelijkaardig in het Nederlands onderwijs?

Voor mij is het Nederlands onderwijs anders en toch gelijkaardig.

Laten we starten wat heel anders is: de administratie die je in orde moet krijgen om in Nederland te werken alsook het evalueren is heel anders. Ook moet ik nog eens regelmatig bij mijn leidinggevende aankloppen om te vragen wat er met sommige begrippen bedoeld wordt of hoe sommige zaken precies in elkaar steken in het Nederlands onderwijs. Wat je ook dient te hebben, is een Nederlandse ziekteverzekering, die niet goedkoop is. Helaas is dit voor ons als Vlamingen een dubbele kostenpost omdat we in België al volledig verzekerd zijn. De administratie wordt door een HR – bureau geregeld, wat meestal in België door de school zelf geregeld wordt.

Nu ik in Nederland werk, valt het mij ook op dat hier veel meer op de autonomie van de leerlingen wordt gewerkt. Laten we ook erbij zeggen dat de coronacrisis hier ook een handje heeft geholpen. Dit heb ik uitgebreid bij een vorige vraag besproken.

En waar je ook tegen moet kunnen is dat de leerlingen directer tegen je zijn. Wanneer ze ergens niet mee akkoord zijn, zal je dit ook wel snel duidelijk worden gemaakt. Maar ze doen dit meestal wel op een beleefde en correcte manier.

Nu hetgeen wat gelijkaardig is: qua lesgeven denk ik dat ik dezelfde stijl hanteer zoals in Vlaanderen en ik denk dat mijn Nederlandse collega’s dit ook zo doen. Ook hebben we regelmatig overleg met onze vaksectie en zijn er ook leerlingenbesprekingen (klassenraden). De school begint ook om 08.30u en we hebben ook een 50 – minuten rooster en krijgen de leerlingen 7 á 8 uur les per dag, zoals in België.

Waarom ben jij lid geworden van de VLA? Hoe ondersteunt de VLA jou als leerkracht aardrijkskunde?  Waarop zou VLA nog veel meer moeten inzetten?

Via mijn oud – lector ben ik in contact gekomen met de VLA. Dankzij het VLA – krantje blijf ik op de hoogte van het aardrijkskundig nieuws dat zich in Vlaanderen afspeelt, maar ook de artikels over boeken of activiteiten die door de lokale vakgroepen trekken vaak mijn aandacht.

Ondertussen ben ik ook een actief bezig met het organiseren van het congres dat de VLA jaarlijks organiseert (op de coronajaren na). Hier was ik mee bezig vanaf het prille beging en heb ik dit congres zien evolueren tot een volwaardig congres dat jaarlijks toch wel een 200 – tal deelnemers aantrekt die van over heel Vlaanderen daar naar toe komen met de liefde voor hun vak. Het is heel mooi om te zien en om ideeën of kennis met elkaar uit te wisselen en heb ik al enkele goede ideeën in mijn eigen lessen gebruikt.

Ook vind ik de bijscholingen of excursies die georganiseerd worden door de VLA zeer leerzaam. Je leert hier altijd zaken uit die je al dan niet tijdens de les kan gebruiken.

Als organisatie zou VLA meer in een jongerenwerking kunnen steken. We kunnen als aardrijkskunde leerkrachten niet talrijk genoeg zijn om de belangrijkheid van ons vak te blijven verdedigen.

Bepaalt het lesvak je vakantiebestemming? Welke vakantieplaats zou je aanraden aan collega’s en waarom? Wat wil je nog kwijt aan je vakcollega’s in Vlaanderen?

Zoals ik het interview begon, werkte ik voor mijn onderwijscarrière, in een reisbureau. Hierdoor heb ik de kans gekregen om een paar prachtige reizen te maken zoals naar Vietnam, Nepal, India, Mexico, Oost – Canada en Australië. Ook in Europa heb ik al heel wat landen op mijn palmares staan. Niet alleen dat, maar ikzelf ben ook nog als uitwisselingsstudent naar Bolivia geweest.  Dus reizen is zeker een van mijn passies. Helaas ben ik de afgelopen jaren niet weggekunnen om allerlei redenen, maar ik hoop toch eens de draad ergens terug op te pakken en dan heb ik alvast al enkele ideetjes in mijn hoofd om naar toe te gaan 😉.

Als leerkracht aardrijkskunde kan je gewoonweg niet genoeg reizen – ondanks de ecologische voetafdruk die je nalaat. Maar op deze manier leer je met andere kijk naar de wereld kijken, leer je andere inzichten over volkeren en culturen maar bovenal leer je de huidige wereld en alles wat errond hangt beter begrijpen. Deze tools kan je dan weer in de klas gebruiken om de leerlingen eigen wereldbeeld te vergroten. Hoe groot of klein deze reis ook mag zijn: trek er gewoon op uit!

 

Afbeelding met gras, gebouw, buiten

Automatisch gegenereerde beschrijving

Afbeelding met tekst, lucht, persoon, buiten

Automatisch gegenereerde beschrijving