Leerkracht in de kijker!

Elke maand zetten we een Vlaamse leerkracht aardrijkskunde in de kijker.  We nemen van hem/haar een diepte-interview af aan de hand van onze vragenlijst.  Het interview wordt deels gepubliceerd in de VLA-krant en kan je volledig nalezen op de VLA-website.

Tijdens de maand juni trokken onze vliegende reporters naar het verre Limburg voor een geogesprek met Dimitri Gounakis, leerkracht aardrijkskunde aan de Provinciale Technische School in Maasmechelen.

Waar geeft je les?  Aan welke graad?  Hoelang sta je reeds in het onderwijs? Waarom geef je graag les?  Waarom is je werkplek zo’n speciale plaats?

Ik ben Dimitri Gounakis, 25 jaar en geef les aan de Provinciale Technische School in Maasmechelen, kortom “de PTS”. Aangezien wij qua leerlingenaantal (een 300-tal) een relatief kleine school zijn geef ik les in alle graden. Ik ben de enige leraar Aardrijkskunde die de leerlingen van het 1ste tot en met het 6de krijgen, althans sinds dit schooljaar. Daarnaast geef ik ook Lichamelijke Opvoeding, wat voor een leuke (en vooral gezonde) afwisseling zorgt.

Ik geef les aan de leerlingen van TSO (Industriële Wetenschappen, Electromechanica en Lichamelijk Opvoeding & Sport). Het is nu mijn vierde jaar dat ik lesgeef en (gelukkig) ik doe het nog altijd graag. Ik ben verzot om Aardrijkskunde te geven omdat het mij allemaal zo… tja hoe zal ik het zeggen ‘logisch’ lijkt. Ik was nooit een uitblinker in wiskunde, maar Aardrijkskunde was echt een vak waar ik in kon uitblinken. Ik denk dat ik misschien wat stereotype klink, maar Aardrijkskundeleraar wordt je alleen als je echt een passie voor dit vak hebt. Als je die passie dan kunt doorgeven aan leerlingen, echt zien dat ze dingen bijleren en dat je in hun ogen dan ook zo ‘slim’ lijkt, dat geeft voldoening… Zolang de leerlingen mij maar niet teveel wiskundige vragen stellen :)

Om het plaatje helemaal te doen kloppen is de PTS voor mij een speciale plaats, aangezien ik hier zelf op school heb gezeten. Wie wil er nu niet lesgeven op de school waar hij/zij vroeger op de banken zat? Je kent het reilen en zeilen van de school, de schoolcultuur, ik kan niet ontkennen dat het een gemak is.  Ten slotte is er uiteraard de interessante geografische ligging welke het makkelijk maakt om Aardrijkskunde in de eigen regio onder de loep te nemen.

In mum van tijd staan we op het Kempens plateau, wandelen we langs de meanderende Maas en staan we voor de machtige schachtblokken waar ooit het zwarte Goud naar boven werd gehaald. Ik kan zo nog wel even doorgaan maar ik denk dat u het wel begrepen heeft dat Maasmechelen een zeer interessante geografische ligging heeft…

Hoe geef je les? Hoe maak jij gebruik van de didactische principes? Welke werkvormen gebruik jij overwegend? 

Ik geef bijna altijd les aan de hand van een PowerPoint. Mijn PowerPoint is mijn rode draad. Geef nu toe, zonder leuk beeldmateriaal, aanvullende bronnen kan je tot op de dag van vandaag niet meer.

Ik verafschuw bordboeken! Leerlingen mogen zelf ook de moeite doen om te zien waar we zitten in de cursus. We mogen ze niet te lui maken. Ik laat de antwoorden bijna altijd van de leerlingen komen en laat de leerlingen ook altijd in hun eigen woorden uitleggen. Aangezien wij veel leerlingen met een migratieachtergrond hebben (mijzelf inclusief - zoon van een Griekse vader en Belgische moeder) hebben veel leerlingen taalachterstand. Toch sta ik zeer sterk op het gebruik van vaktaal en het gebruik van deze vaktaal door de leerlingen.

Nog iets waar ik niet zonder kan zijn wandkaarten in de klas. Met mijn laser sta ik bijna elke les dingen aan te duiden op de wandkaarten. Ook de leerlingen betrek ik op deze manier door hen zelf vaak mijn pointer te laten gebruiken. (Misschien niet meer zo verantwoord in dit coronatijdperk)

Ik probeer tegenwoordig ook meer en meer digitale taken of zelfs online toetsen uit te werken. Dit vergt veel tijd maar vergemakkelijkt soms ook wel mijn verbeterwerk. De leerlingen vinden het ook wel eens plezant om online toetsen in te vullen.

Met de eindtermen rond GIS, kunnen we eigenlijk ook niet zonder onze computer. Vandaar dat ik ook meer en meer met GIS begin te werken. Misschien vervangt dit op termijn wel de fysieke atlas, wat ik aan een kant toch wel jammer zou vinden.

Groepswerken komen ook geregeld aan bod.  Maar maar ik moet toegeven dat ik ook nog vrij veel doceer, niet elke les kan je immers even aantrekkelijk brengen. Zeker niet als je als enige leerkracht Aardrijkskunde verantwoordelijk bent van 1A t.e.m. 6TSO. Uiteraard doe ook ik elk jaar nog nieuwe ideeën op en komt er elk jaar didactisch materiaal bij.

Zo was ik wel erg benieuwd naar de sessie over de aardrijkskunde escape-room die het VLA-congres van dit jaar zou organiseren. Helaas besliste de corona-crisis dat het congres verplaatst werd.

Zolang nieuwe werkvormen nuttig zijn, je de doelstellingen bereikt die je had vooropgesteld en efficiënt zijn i.f.v. de tijd doe ik graag moeite om deze te gebruiken. Aangezien ik echter een zeer divers leerlingenpubliek heb, spreekt het wel voor zich dat ik af en toe ook bewust niet voor bepaalde werkvormen kies die mij te complex lijken. Zo heb ik bijvoorbeeld nog nooit een rollenspel uitgewerkt. Misschien dat ik na een interessante bijscholing daar anders over denk (knipoog naar de VLA-reporter om dit op te nemen bij eventuele toekomstige nascholingen).

Hoe kijk jij als lesgever naar het lesvakaardrijkskunde?  Heb jij een vaklokaal? Zo ja, hoe heb je dat ingericht?  Welke excursies organiseer jij?

Ik neem mijn vak heel serieus en dat wordt door collega’s en directie wel geapprecieerd. Zo heb ik als het ware een lokaal ‘geclaimd’ en er een echt vaklokaal Aardrijkskunde van gemaakt. Geef nu toe, Aardrijkskunde kan je geen heel schooljaar in een klas geven met enkel een beamer, internet en een paar atlassen. Je vak verliest zo een beetje identiteit, haar ziel.

Toen ik vier jaar geleden in september als lesgever startte, waren er zelfs geen wandkaarten en bestond mijn lokaal enkel uit een archief van gedateerde cursussen, uitgeleefde atlassen en rommelkasten. Er lagen zelfs nog oude cursussen in de kast uit de jaren 70…

Ik ben toen onmiddellijk naar de directeur gestapt met mijn leerplan en heb hem de lijst van minimale materiele vereisten voorgeschoteld. Uiteindelijk heb ik mijn wandkaarten, topografische kaarten en splinternieuwe atlassen gekregen. Wandklokken die verschillende tijdzones aanduiden kunnen uiteraard ook niet ontbreken. Ook een actualiteitsbord, mijn ‘Venster op de Wereld’, kwam er. Deze heb ik in de gang langs mijn lokaal laten hangen zodat alle leerlingen die hier passeren op kunnen kijken. Zo bereik ik ook de leerlingen van de b-stroom en de leerlingen OKAN (onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers), waar ik geen les aan geef.

Op veel toetsen stel ik dan ook vaak één of twee actualiteitsvragen die te maken hebben met Aardrijkskunde en die dus op het ‘Venster op de Wereld’ uithangen. De leerlingen zijn niet verplicht om deze vraag in te vullen en kunnen er ook geen punten mee verliezen. Enkel leerlingen die dus wel net dat tikkeltje meer doen verdienen zo een extra punt op hun toets.

Nu, ik vind mijn vaklokaal verre van volledig. Er zijn nog tal van leuke ideeën maar dat is voor de toekomst. Ik ben al blij dat wanneer mensen langs of in mijn lokaal passeren wel duidelijk zien dat dit een vaklokaal Aardrijkskunde is.

Ik organiseer ook enkele excursies voor mijn leerlingen. In het eerste jaar maken we bijvoorbeeld kennis met de eigen schoolomgeving. Ik werk hierbij samen met mijn collega natuurwetenschappen. Thema’s die aan bod komen zijn kaartlezen, terreintechnieken, vergelijken van onze twee geografische streken (Maasland en Kempen), het reliëf, rivierwerking,… kortom een hele boterham.

Verder gaan de eerstejaars ook elk schooljaar op reis naar de grootstad Parijs. Ook hier heb ik mijn aandeel in en bereid ik de driedaagse excursie voor met leerlingen. Vanzelfsprekend komt het thema stad en bevolking hier voorafgaand aan bod. Ook tijdens de driedaagse zit er hier en daar een aardrijkskundige insteek.

In het tweede jaar heb ik het landelijk landschap van onze gemeente onder de loep genomen. We zijn op een voormiddag naar 4 verschillende landbouwbedrijven gaan kijken en hebben de verschillende landbouwlandschappen beschreven dankzij de typische landschapselementen. We kwamen samen met de leerlingen tot het besef dat onze gemeente echt een zeer diverse gemeente is, ook op landbouwgebied… Maasmechelen is zoveel meer dan ‘Maasmechelen Village’.

Als laatste staat voor de tweedejaars ook de Luikexcursie op het programma, die dit jaar helaas niet is kunnen doorgaan. Tijdens deze excursie komt bijna alle leerstof aan bod uit de eerste graad. Hoofdopzet is het vergelijken van de verschillende soorten landschappen.

Graag zou ik in de tweede graad ook ergens een excursie voorzien. Iets waar ik zeker aan denk om in de toekomst uit te werken is het industrieel landschap in het Ruhrgebied. Een excursie die ik zelf ook heb mogen meemaken tijdens mijn opleiding.

Ik ben niet zeker of ik volgend jaar nog aan de derde graad zal moeten lesgeven, anders zou hier zeker ook een excursie op zijn plaats zijn. Dit jaar heb ik dit wegens mijn drukke uurrooster en de hervormingen binnen de eerste graad dit helaas niet kunnen waarmaken. Wel hebben we een digitale excursie gedaan met behulp van verschillende GIS.

Onderwijshervormingen zijn volop aan de gang.  Welke veranderingen zou jij doorvoeren mocht je vrije keuze hebben en over alle middelen kunnen beschikken?

Ik moet eerlijk zeggen dat de onderwijshervormingen voor de nodige stress en ergernissen zorgen. Na drie jaar les te hebben gegeven was ik eindelijk eigen met de verschillende leerplannen en kon ik voor mijn eigen uitmaken wat voor mij werkte en welke lessen nog beter moesten. Helaas begonnen we in dit schooljaar in het eerste jaar met de nieuwe eindtermen en daar kon ik weer helemaal opnieuw beginnen. Ik vroeg mijzelf af of wij het vroeger dan zo slecht hadden als leerlingen? Waarom moet er zoveel veranderd worden? Jammer dat onderwijs vaak een politieke speelbal is en iedere onderwijsminister probeert zijn of haar stempel op het onderwijs te drukken.

Graag zou ik zien dat binnen mijn onderwijsnet het POV, ook geografen betrokken worden bij het formuleren en concretiseren van de eindtermen. Liefst zou ik dit ook gerealiseerd zien in heldere taal, zonder dat we zelf de academische taal van Brussel eerst moeten vertalen. Nu heeft men ons leerkrachten aardrijkskunde binnen het POV de handicap gegeven om slechts twee graaduren aardrijkskunde te geven i.p.v. drie. Als er enige expertise was geweest vanuit geografisch oogpunt bij het formaliseren van de eindtermen aardrijkskunde binnen POV, dan was dit waarschijnlijk niet waarschijnlijk niet gebeurd. Jammer dat POV onvoldoende de waarde van het vak aardrijkskunde blijkt te kunnen inschatten… Ik hoop dat men hier ooit op terug komt want ik zie nu al dat ik onmogelijk alle vooropgestelde eindtermen heb behaald in het eerste jaar.

Waarom bij jij lid geworden van VLA? 

Ik ben lid geworden omdat ik voortdurend wil blijven professionaliseren. Vooral het VLA-congres vind ik een topper. In 2019 nam ik voor het eerst deel aan dit congres en ik was meteen fan. Hoe leuk is het om eens met allemaal mensen van je eigen vak samen te komen, expertise uit te wisselen en nieuwe dingen bij te leren over je vak? Verder vind ik het belangrijk dat de VLA er is om onze belangen als leerkrachten aardrijkskunde te verdedigen. Zeker binnen POV zien we dat dit toch nodig is, willen we onze identiteit en vooral het belang van ons vak behouden in de toekomst. Kortom het is een meerwaarde om aardrijkskundigen op regelmatige basis eens samen rond de tafel te krijgen :)

 

Enkele foto’s:

Excursie luik, 2 de jaars TSO

Figuur 1: Excursie Luik

Figuur 3: Leerling aan de slag tijdens een oriëntatieoefening

Figuur 2: Uitleg van de oriëntatieoefening

 

Aardrijkskundelokaal

 

Figuur 4: Venster op de wereld in de gang

 

Figuur 5: Ingang van het lokaal

Figuur 6: Aardrijkskundelokaal

Figuur 7: Aardrijkskundelokaal

 

Figuur 8: Excursie tweedejaars  - Landelijk landschap in de eigen omgeving

Parijsreis tweedejaars

Figuur 9: Oriëntatieopdracht aan de Seine

 

Figuur 10: Gids spelen in Parijs

Figuur 11: Excursies begeleiden, een passie