Leerkracht in de kijker!

 

Elke maand zetten we een Vlaamse leerkracht aardrijkskunde in de kijker. We nemen van hem/haar een interview af aan de hand van onze vragenlijst.  Het interview vindt zijn weg naar de VLA-krant en -website. Dit keer trokken we naar Kapellen en overvielen we er de jonge leerkracht aardrijkskunde Bjorn Van Bouwel met een uitgebreide vragenlijst.  

Je coördinaten?  Waar geeft je les?  Aan welke graad?  Hoelang sta je reeds in het onderwijs? Waarom geef je graag les?  Waarom is je werkplek zo’n speciale plaats?

Bjorn Van Bouwel hier en ik geef al sinds ik afgestuurd ben in 2002 les in de Middenschool en het Atheneum van Kapellen. In de eerste graad geef ik aan alle klassen van het eerste jaar aardrijkskunde. In de tweede graad geef ik momenteel geschiedenis, zowel in het derde als het vierde enkel in het ASO. Eigenlijk heb ik enorm veel geluk gehad met mijn aanstelling. De toenmalige leerkracht aardrijkskunde van de middenschool ging in februari 2002 met pensioen en aangezien er geen vervanging was heb ik mijn stageperiode kunnen verspreiden tot het einde van het schooljaar. Na de vakantie kon ik dan voltijds beginnen in Kapellen en drie jaar later was ik benoemd. Eerder een unicum dan een evidentie.

Al tijdens mijn stageperiodes heb ik gemerkt dat lesgeven echt iets voor mij was. Ik heb bewust voor een lerarenopleiding direct na het secundair gekozen aangezien iets bijbrengen aan jongeren me echt wel aansprak. Het heeft echt een doel.

In de school waar ik lesgeef heerst er een heel open sfeer, zowel tussen de leerlingen als tussen de collega’s. Sfeer bepaalt veel voor het lesgeven. De school is dan ook nog eens gelegen aan het park van Kapellen, dus van ’s morgens tot ’s avonds kijken we op een groene omgeving. Het vooral jonge team is heel gedreven, en zorgt voor de nodige power als je met een bepaalde leerling of situatie het even niet gemakkelijk hebt.

 

Waarom geef je graag les? Hoe geef jij je lessen? Hoe maak jij gebruik van de didactische principes? Welke werkvormen gebruik jij overwegend? Welke excursies organiseer jij?  Heb jij een vaklokaal? Zo ja, hoe heb je dat ingericht?

Vanaf dat ik het niet meer graag doe moet ik er mee stoppen. Dat heb ik me altijd voorgenomen en geef ik ook als belangrijke tip mee aan een stagiair(e). Je moet het graag doen. Gelukkig doe ik het zelf nog graag. Omdat ik in verschillende graden lesgeef zie ik een evolutie bij de leerlingen. Zelf geef ik nogal traditioneel les. Ik draag graag veel kennis over, maar de vaardigheden zijn belangrijker en belangrijker geworden. Een evaluatie van pakweg 15 jaar geleden is totaal niet te vergelijken met een evaluatie nu. Berekenen hoeveel meter het hoogteverschil bedraagt tijdens een etappe van de Tour de France, het klimaat van hun vakantiebestemming analyseren, landschappen van vroeger en nu bestuderen,…

Met de veranderingen in het secundair onderwijs (vanaf schooljaar 2019-2020) heb ik het even moeilijk gehad. Het spreekwoord van een oude boom … weet je wel. Maar ook die veranderingen hebben we verteerd.

Nu werk ik met een methode waar er heel hard wordt gefocust op de vaardigheden. Deze vul ik dan aan met eigen materiaal. Op deze manier worden taken, toetsen en examens vooral praktisch.

Voor het eerste jaar organiseer ik elk jaar de excursie naar het Verdronken Land Van Saeftinghe, meestal gecombineerd met een rondrit door de Antwerpse haven en een bezoekje aan het uitkijkpunt in Berendrecht, de Opstalvallei. Deze uitstap is altijd een topper bij de leerlingen. Jaren later spreken ze er nog over en vragen ze of ze nog een keertje mogen gaan. Die uitstap maakt dus indruk, op welke manier dan ook.

Verder ben ik een medeorganisator van onze GWP’s. Het ene jaar met de hele eerste graad naar Nieuwpoort, het volgende jaar naar Bütgenbach. Een totaal andere insteek, maar zo komt alles aan bod. Bij de GWP naar Nieuwpoort en de Westhoek draag ik dan meer het geschiedenispetje. Hoewel de inundatie aan de Ganzenpoot ook vanuit een aardrijkskundige insteek gezien kan worden.

Jammer genoeg stak corona de kop op tijdens het vorige schooljaar. De eerste weken heb ik me bezig gehouden met het opruimen van mijn vaklokaal. Cijfers van de EU uit 2004 zijn niet meer zo relevant, maar als leraar aardrijkskunde kan je zoveel artikels, posters, lespakketten, gesteenten,… altijd wel een keertje gebruiken. Het vaklokaal is standaard uitgerust met drie kaarten (orohydrografische kaart van België, een staatkundige kaart van Europa en een gecombineerde wereldkaart), een must als leraar aardrijkskunde.

Schooljaar 2020-2021 zal flink aanpassen worden. De leerlingen krijgen nu een vast lokaal (zoals in sommige scholen al het geval was) en ik ben ‘mijn’ vaklokaal even kwijt. Gelukkig heb ik na lang aandringen de directie kunnen overtuigen om de leerlingen (terug) een atlas te laten aankopen..

Hoe kijk jij als leerkracht naar het vak aardrijkskunde? Welke veranderingen zou jij doorvoeren mocht je vrije keuze hebben en over alle middelen beschikken?

Overal waar je kijkt zie je aardrijkskunde om je heen. Als je gaat shoppen bijvoorbeeld zie je al verschillende aardrijkskundige issues passeren. Waar komt een product vandaan? Welke grondstof is erin verwerkt? Heeft het klimaat een invloed op de groei van deze grondstof? Hoe is het product bij ons geraakt? Welke invloed heeft het product op het klimaat? En zo kan ik nog wel even doorgaan. Jammer genoeg is niet iedereen overtuigd van het enorme belang van het vak aardrijkskunde. Velen gaan er vanuit dat aardrijkskunde enkel wat landen ‘vanbuiten’ leren is. Vroeger moesten we deze dan inderdaad nog inkleuren met een kleurpotlood om de week erna juist dezelfde oefening te maken, maar dan met een ander continent. Gelukkig is er veel veranderd.

Toch zou er iets meer parate kennis bij de leerlingen mogen zijn. Als je een actualiteitsitem aanhaalt zou het tof zijn dat een leerling niet eerst de ligging van Spanje moet gaan opzoeken op een smartphone. De ligging van Zichen-Zussen-Bolder daarentegen. Zonder een oordeel te vellen over de schoonheid van deze kerkdorpen in Haspengouw.

Graag zou ik er veel meer op uit trekken. Echt het landschap gaan verkennen. Jammer genoeg laten de budgetten dit niet meer toe. Begrijpelijk, maar zo jammer. Gelukkig kan je in eigen omgeving ook al veel terreinwerk doen. Een bodemprofiel, oriënteren, het veranderende landschap bestuderen of tijdens een extra uurtje het zonnestelsel op schaal op de speelplaats gaan uittekenen met stoepkrijt…

Gelukkig heeft een leraar aardrijkskunde, normaal gezien toch, een beamer in de klas en bestaat er heel veel online materiaal.

Waarom ben jij lid geworden van de VLA? Hoe ondersteunt de VLA jou als leerkracht aardrijkskunde?

Al van toen ik student was ben ik lid geworden van de VLA. Toen vooral om aan materiaal te geraken, nu vooral om het vak aardrijkskunde niet te doen vervagen en het te laten opdelen bij de andere vakken.

Het congres is ook een voltreffer. Je komt er veel te weten, er is een vakkenbeurs, er zijn workshops. Telkens ga je naar huis met een rugzak vol materiaal. Ondertussen speelt de VLA ook mee met het wetenschapscongres. De VLA-krant bevat vaak ook boeiende, bruikbare links en toffe artikels.

Bepaalt het lesvak je vakantiebestemming? Welke vakantieplaats zou je aanraden aan collega’s en waarom?

Soms bepalen mijn vakken wel een keer de vakantiebestemming. Zelfs tijdens een all-in vakantie, sorry voor mijn te grote voetafdruk op dat moment, moeten er toch excursies voor aardrijkskunde en geschiedenis worden georganiseerd en foto’s worden genomen om daarna in de klas te gebruiken. Eén reis stond wel volledig in het teken van de natuur en kan ik ook aan alle leerkrachten aardrijkskunde aanraden: La Palma. Wat een natuurpracht er daar nog te bewonderen valt, kan ik niet uitgebreid genoeg beschrijven. Het eiland kent weinig tot geen grote hotelketens en is eerder gericht op natuurtoerisme. Je kan er verblijven in een vakantiehuis of casita, wandelen in de oerbossen van het eiland, zogenaamde barranco’s, de zoutpannen in het zuiden bewonderen, de verschillende caldera’s aanschouwen, immense cactussen over het hele eiland van naderbij bestuderen. Verder bevindt er zich een grote sterrenwacht die je na een lange kronkelende baan kan bereiken. Een auto en stevige schoenen zijn wel aan te raden. Korter bij huis zijn er uiteraard ook prachtige landschappen te bewonderen. Dat is dan min of meer een voordeel van corona geweest.

Figuur 1: De klas van Bjorn

foto recht

 

foto 2 bjorn

 

 

Figuur 2: Enkele sfeerbeelden uit de klas en tijdens excursies.