Elke maand zetten we een Vlaamse leerkracht aardrijkskunde in de kijker. We nemen van hem/haar een interview af aan de hand van onze vragenlijst.  Het interview vindt zijn weg naar de VLA-krant en de VLA-website.

Dit keer legden we onze vragen voor aan Steven Franceus, leerkracht atheneum Brugge.

 

Je coördinaten?  Waar geeft je les?  Aan welke graad?  Hoelang sta je reeds in het onderwijs? Waarom geef je graag les?  Waarom is je werkplek zo’n speciale plaats?

Mijn naam is Steven Franceus. Ik maak de studenten warm met mijn lessen aardrijkskunde in het hartje van Brugge. Ik geef les in het Atheneum Brugge aan de tweede en derde graad. Ik geef al acht jaar vol enthousiasme les en ben begonnen met lesgeven tijdens mijn masterstudies. Toen gaf ik les aan de eerste graad. Omdat de uren aardrijkskunde beperkt zijn, kan ik gelukkig terugvallen op geschiedenis, mijn andere vakspecialiteit. Het Atheneum Brugge is een warme doorstroomschool met aandacht voor ieders talenten en noden. Dan heb ik het niet alleen over de leerlingen, maar ook over het personeel: de directeur waardeert elk personeelslid, van leerkracht tot MVD-personeel. Wat deze school des te specialer voor mij maakt, is het feit dat ik hier als jonge knaap zelf ook heb schoolgelopen.

Waarom geef je graag les? Hoe geef jij je lessen? Hoe maak jij gebruik van de didactische principes? Welke werkvormen gebruik jij overwegend? Welke excursies organiseer jij?  Heb jij een vaklokaal? Zo ja, hoe heb je dat ingericht?

Ik ervaar het lesgeven zelf als puur vrije tijd. Op de klasvloer mijn ding doen, voelt zeer goed aan. Er hangt in onze leraarszaal een poster met als opschrift: “lesgeven is 50% kennis overdragen en 50% acteren”. Die poster heeft me altijd aangesproken en hoe meer ik er naar kijk, hoe meer ik de uitspraak correct begin te vinden. Enkel vooraan staan en een werkboek of cursus afratelen, is niet mijn ding. Ik probeer de leerlingen zoveel mogelijk te bereiken met humor (volgens de leerlingen gortdroge humor…). Ik probeer de leerlingen zoveel mogelijk te betrekken bij het klasgebeuren. Ik probeer hen te waarderen, want eens ze waardering voelen, dan zullen ze automatisch meer betrokken zijn. Ik probeer stil te staan bij de actualiteit door, wanneer het moment gepast is, een klasgesprak aan te gaan. Ook al staan de antwoorden die ik krijg of wil horen niet voorgedrukt in de cursus of handboek, toch komt er op die manier ontzettend veel kennis naar boven. In mijn vaklokaal kan ik met hun antwoorden goed switchen tussen de vele landkaarten in de klas en het internet.

De excursie naar de Vlaamse Ardennen vormt aan het einde het zesde jaar een mooi afsluitingsmoment van de lessen die ze voordien gehad hebben.

Hoe kijk jij als leerkracht naar het vak aardrijkskunde? Welke veranderingen zou jij doorvoeren mocht je vrije keuze hebben en over alle middelen beschikken? 

Ik geef nog niet zo lang les, maar tijdens de voorbije acht jaar heb ik toch al één en ander zien veranderen. In het tweede, derde en vierde jaar was er steevast in sommige richtingen ruimte voor een uurtje socio-economische aardrijkskunde. Ook in de wetenschappelijke richtingen in de derde graad kregen de leerlingen twee uur aardrijkskunde in beide leerjaren. Jammer genoeg heb ik moeten vaststellen dat die uren verdwijnen, uitgenomen het tweede uur in het vijfde jaar, dat vaststaat in de lessentabellen. Als geograaf kan ik dat enkel maar met lede ogen aanzien. Mocht ik kunnen kiezen dan zou er in elk jaar (van de doorstroomfinaliteit) minstens twee uur aardrijkskunde zijn. De leerlingen begeleid naar de ontwikkelingen naar de wereld laten kijken, is toch iets dat we moeten koesteren? Met de lessen aardrijkskunde valt toch zo veel te verklaren?

Waarom ben jij lid geworden van de VLA? Hoe ondersteunt de VLA jou als leerkracht aardrijkskunde?  Waarop zou VLA nog veel meer moeten inzetten?

Ik ben in mijn studententijd in Gent lid geworden. Eén van de lessen aan de unief werd door Luc Zwartjes gegeven. Hij praatte vol passie over de vereniging. Ik heb mijn kans gewaagd, en heb er tot nu toe geen spijt van gehad. De VLA organiseert interessante nascholingen, iets waar ik veel aan heb. Het gaat van bedrijfsbezoeken tot infosessies over de nieuwe eindtermen. Heel gevarieerd voor een leerkracht aardrijkskunde. Idealiter zou de vereniging moeten bewegen naar een vereniging waarbij expertise en materiaal van alle leden wordt uitgewisseld. Ik weet dat dat bij sommige collega’s gevoelig ligt, maar samen ergens aan werken kan eenieder nieuwe inzichten geven. De VLA zou dergelijke samenwerkingsverbanden kunnen faciliteren.

Bepaalt het lesvak je vakantiebestemming? Welke vakantieplaats zou je aanraden aan collega’s en waarom? Wat wil je nog kwijt aan je vakcollega’s in Vlaanderen?

Sedert mijn lidmaatschap bij de VLA ga ik mee op hun georeizen. Zij bepalen dus mijn vakantiebestemmingen als het gaat over bestemmingen waar ik als leerkracht aardrijkskunde zeer veel aan heb. Als ik op vakantie ga zonder de VLA, dan is Italië mijn grote favoriet. De cultuur, de klein pittoreske stadjes, de bevolking, de wonderschone musea, … maken Italië mijn absolute nummer 1 vakantiebestemming.

Enkele foto’s:

Steven