Elke maand zetten we een Vlaamse leerkracht aardrijkskunde in de kijker. We nemen van hem/haar een interview af aan de hand van onze vragenlijst. Het interview vindt zijn weg naar de VLA-krant en de VLA-website.

We vragen jou als leerkracht om ook enkele foto’s aan te leveren van jou, je vaklokaal en je schoolcontext.

Je coördinaten?  Waar geeft je les?  Aan welke graad?  Hoelang sta je reeds in het onderwijs? Waarom is je werkplek zo’n speciale plaats?

              Wim Van Buggenhout.

Ik geef les aan het GTI Londerzeel, derde graad TSO, hoofdzakelijk aan IW (18/20). Van opleiding ben ik industrieel ingenieur elektronica en tropische landbouw. Ik sta 27 jaar in het onderwijs en ik geef 17 jaar aardrijkskunde. Aardrijkskunde was in mijn schooltijd altijd al mijn lievelingsvak maar door omstandigheden heb ik geen aardrijkskunde gestudeerd. Het jaar voor dat ik aardrijkskunde ben beginnen geven, heb ik een hele grote vakantie aardrijkskunde op eigen houtje gestudeerd, gevolgd door massa’s bijscholingen. Naast deze theoretische nascholingen heb ik heel wat binnen- en buitenlandse excursies (Londen, Berlijn, Pas de Calais, ..) gevolgd. Op de twee VLA-reizen naar Groenland en Ijsland heb ik ervaren dat ik elke dag letterlijk en figuurlijk midden in de leerstof zat. Wat een leerschool, die nu nog dagelijks in mijn lessen terug komt.

Waarom geef je graag les? Hoe geef jij je lessen? Hoe maak jij gebruik van de didactische principes? Welke werkvormen gebruik jij overwegend?

Ik geef graag les omdat ik graag met jongeren om ga. Naast aardrijkskunde geef ik ook wiskunde, elektriciteit, enigneering en toegepaste fysica.

Omdat ik hoofdzakelijk in IW les geef, kom ik veel uren in dezelfde klas (bv. 5IW: 7 uur en 6IW: 11 u). Hierdoor ken ik “mijn leerlingen” heel goed. Ik heb een goede kijk op hun kennis en vaardigheden vanuit verschillende invalshoeken (gezien de vele vakken), maar ook op hun mens-zijn. Op onze school staan we vrij kort bij de leerling en dat schept een mooie band.

Dit leidt tot een wederzijds respect. De leerling moet hard werken voor mij, maar we amuseren ons elke dag en dat maakt het aangenaam voor hen en voor mij. Ik heb nog nooit gezegd “Ik ga naar mijn werk”, ik zeg altijd “Ik ga naar school”.

In de gewone lessen aardrijkskunde probeer ik alles zo aanschouwelijk mogelijk voor te stellen met figuren, eigen foto’s, GIP-opstellingen (ecologische kringlooptuin, aquaponics, vertical gardening, ..), filmpjes, .. en veel doe-opdrachten.

Eens ik in het vak aardrijkskunde was ingewerkt zijn we, onder mijn impuls, in de derde graad heel vakoverschrijdend beginnen les geven rond projecten, STEM avant la lettre. In al deze projecten is aardrijkskunde het uitgangspunt. Het milieu in zijn brede zin staat centraal in elk project.

Deze manier van werken heeft er o.a. toe geleid dat ik geselecteerd werd voor twee internationale symposia rond poolwetenschappen:

  • IPY PolarTEACHERS Conference 2010 at Oslo
  • IPY 2012 PolarEDUCATORS Workshop and From Knowledge to Action conference at Montreal

Dat was een springplank naar tal van lezingen die ik - op uitnodiging - heb mogen geven op internationale symposia of workshops te Gent (BeNeLux Polar Early Career Scientists Symposium 2013), Coïmbra (Education meet science: bringing polar research into the classrooms 2013), Brussel (APECS education & outreach event 2013), Tallin (The Learning Teacher Network’s 11th International Conference 2016), Helsinki (VAN INnovatieaward 2019) , ..

In al deze onderscheiding is het vak aardrijkskunde DE rode draad!

Door al deze ervaringen heb ik veel bijgeleerd en hebben tientallen wetenschappers en technici gastlessen komen geven aan “mijn leerlingen” in het bijzonder en onze school in het algemeen op projectdagen.

“Mijn  leerlingen” hebben veel schoolwedstrijden gewonnen en podiumplaatsen behaald over zeer uiteenlopende thema’s. Zo hebben “mijn leerlingen” reeds verschillend keren de Prijs Focus Aarde gewonnen voor de beste GIP, maar ook de Natuurprijs van de provincie Vlaams Brabant, Boerderij van de toekomst in de wedstrijd  ‘De jonge Baekeland’, de Belgische milieu- en energieprijs, …

Persoonlijk heb ik met het project “DE KLIMAATCRISIS: DOE ER IETS AAN!” de Koningin Paolaprijs voor het Onderwijs 2012-2013 gewonnen.

Om dit alles te realiseren was er veel werk binnen de schooluren, maar vooral buiten de schooluren en dat brengt je nog korter bij de leerling. Zowel de leerling als ikzelf hebben hard gewerkt, maar ons ook super geamuseerd. Met sommigen van hen, heb ik een aangename vriendschapsband.  De leerlingen vergeten deze ervaringen nooit en hebben heel wat succeservaring meegemaakt, sommigen hebben hun huidige job te danken aan deze projecten, .., ja, als er gevraagd wordt waarom ik graag les geef, .., wel dit vergt veel energie maar geeft zeer veel voldoening.

Aardrijkskunde is de spil in dit verhaal, maar de combinatie van techniek en wetenschap stelt je als leerkracht in staat om zeer veel uit een leerling, jawel een TSO-leerling te halen.

De laatste jaren zet ik sterk in op Citizen Science projecten. Zo werden we geselecteerd in het Vlinderproject van UGent om zelf een weerstation te bouwen in het midden van een vijver. Een onvergetelijke dag voor de leerling.

Onze leerlingen doen wetenschappelijk onderzoek door enerzijds mee te werken aan dit VLINDER- project van U Gent (GROTE VLINDER) en anderzijds met een zelfgemaakt toestel om het klasklimaat (temperatuur, relatieve luchtvochtigheid, CO2 en VOC) in onze klaslokalen te meten (kleine VLINDER).  De leerling maakt de data online op zijn Smartphone zichtbaar. Onze school bestaat uit een passief gebouw en een ouder gedeelte. Beide bouwstijlen worden door de leerlingen met elkaar vergeleken.

Met deze lessen probeer ik het vak aardrijkskunde concreet en realiteits-gebonden te maken voor onze leerlingen. Een TSO- leerling heeft het graag ‘toegepast’ en aangezien beide VLINDERS werken met echte data, waarvan één zelfgemaakte VLINDER, werkt dit enorm motiverend voor onze leerlingen. Ze verwerken echte data en moeten over hun verschillende vakken heen denken, met aardrijkskunde als uitgangspunt en rode draad. 

Dit schooljaar herhalen we niet alleen beide VLINDER-projecten, maar zijn we één van de pilootscholen die meegewerkt hebben aan een Erasmus + project van KU Leuven: Britec, wat staat voor “Bringing research into the classroom”.          Er waren drie modules, geluid, meteoren en klasklimaat. Deze laatste module is analoog aan ons kleine VLINDER-project, maar we hebben nu ook kunnen meten met een professioneel meettoestel en de kwaliteit van de zelf gemaakte meettoestellen kunnen vergelijken met de Britec-sensor. We hebben de drie modules uitgevoerd. Elke module is gestart met een online-les van de wetenschapper-onderzoeker. In de module meteoren hebben de leerlingen meteoren geteld en geanalyseerd op basis van teruggekaatste radiosignalen via 

Radio Meteor Zoo (http://www.radiometeorzoo.eu).

In de module geluid hebbend de leerlingen een geluidsensor op de vensterbank van hun woning geplaatst. Met deze data, een nul-enquête en een verkeerstelling gaan ze aan de slag om een hindercurve op te stellen voor hun leefomgeving.

Dat de leerling kan werken met echte data is echt een meerwaarde in hun opleiding. Het is niet zo maar de zoveelste oefening in de rij, maar het gaat over hun huis, hun meettoestel, .., heel concreet en dat werkt zeer motiverend.

Welke excursies organiseer jij? 

Ik doe een wandeltocht in Londerzeel over ruimtelijke ordening en milieu.

Elk normaal schooljaar gaan we op 3daagse met een excursie in Zuid-Engeland: van Dover naar Seaford met studie van klifkusten (Beachy Head, Seven Sisters, Seaford Head) en rivierwerking van de Cuckmere.

In Londen gids ik een excursie langs de Thames en Spitalfields met als thema’s ruimtelijke ordening, globalisering, duurzamheid en internationale migraties.    De leerlingen doen een zelfstandige wijkverkenning (in groepjes) van twee Londense wijken (vakoverschrijdend met het vak Engels).

Heb jij een vaklokaal? Zo ja, hoe heb je dat ingericht?

Vroeger had ik een vaklokaal, maar om organisatorische redenen zijn we moeten afstappen van vaklokalen voor algemene vakken. Maar elk lokaal op onze school is uitgerust met moderne ICT. Vandaag de dag kan er ook heel veel digitaal geïllustreerd worden voor ons vak, wat niet weg neemt dat ik nog door de gangen loop met een wereldbol, een landkaart, ..

Hoe kijk jij als leerkracht naar het vak aardrijkskunde?

Ik heb dit bij “Lesgeven” beantwoord omdat aardrijkskunde, het bindmiddel is tussen alle andere STEM-vakken in onze vakoverschrijdende STEM-projecten.

Welke veranderingen zou jij doorvoeren mocht je vrije keuze hebben en over alle middelen beschikken?

Ja, dan zou ik die die middelen aanwenden om wetenschappers er toe aan te zetten om meer Citizen Science projecten aan te bieden aan lagere- en secundaire scholen. Het maakt wetenschappen en techniek in het algemeen en aardrijkskunde in het bijzonder heel concreet, werkt motiverend voor de leerling en spreekt hen aan op hun burgerzin.

Waarom ben jij lid geworden van de VLA? Hoe ondersteunt de VLA jou als leerkracht aardrijkskunde?

Omdat je dan snel op de hoogte bent van interessante nascholingen, projecten, reizen.

Bepaalt het lesvak je vakantiebestemming? Welke vakantieplaats zou je aanraden aan collega’s en waarom?

Om een excursie over klifkusten te maken heb ik heel veel gereisd in Normandië, maar vooral in Zuid-Engeland. Cornwall was een topper, maar vooral Beachy Head en de Seven Sisters hebben ons gezin hun hart gestolen. De eerste bezoeken stonden in het kader van het maken van de excursie, met veel opzoekwerk, dingen herbekijken, maar nu is het genieten als we er terug gaan. Een absolute aanrader! Je kan er ook fietsen en wandelen door het prachtige glooiende landschap en geen toeristische drukte.

Een VLA-reis naar Groenland heeft een zeer diepe indruk op mij gemaakt, maar ik heb er ook veel lesmateriaal opgeraapt, letterlijk en figuurlijk. Dat kan ik nog meer zeggen van Ijsland. Van vulkanen tot watervallen, van geisers tot obsideaan, van een geothermische centrale tot op twee uiteen wijkende platen tegelijkertijd staan, veel concreter en alomvattend kan je aardrijkskunde niet ervaren en waarnemen.

Waarom ik het belangrijk vond om aan de wedstrijd deel te nemen?

Ik heb me altijd een outsider gevoeld tussen de geografen op nascholingen, excursies, .. Ik ben al lang gewend om vakoverschrijdend te werken en omdat we nu terug een mooi vakoverschrijdend project hadden, waar aardrijkskunde HEEL centraal stond, dacht ik “Ik waag maar eens mijn kans als niet-geograaf”.

Het vak aardrijkskunde verbindt alle vakken en specialisaties met elkaar en ik ben zeer fier dat ik dit project heb kunnen realiseren met TSO-leerlingen.

Onze leerlingen zijn, gezien hun studierichting IW, meestal meer geïnteresseerd in de techniek, maar ons STEM- project“VLINDERS: klein en GTOOT!” leert hen inzien dat ze in staat moeten zijn om technische oplossingen te engineeren om een wetenschappelijk experiment uit te kunnen voeren. Onze leerlingen doen beiden: de techniek en de wetenschap. Zowel bij hun literatuurstudie, hun ontwerpfase, hun interpretatie van de meetresultaten en hun conclusie is het vak aardrijkskunde de rode draad zijn.

Wat een vak, niet beperkt tot één raakvlak!