congres 2023 5

We voelen het allemaal, als leraar in Vlaanderen heb je veel autonomie. Er zijn de eindtermen, er is het leerplan. Maar verder bepaal je alles zelf. Kies je een handboek of schrijf je je eigen cursus, evalueer je permanent of via examens, geef je docerend les of activerend, laat je topografie instuderen of net niet? Leer je theorieën aan waarvan je voorbeelden geeft, of werk je vanuit casussen om theorieën aan te tonen? In hoeverre integreer je actualiteit, GIS en excursies? En hoe doe je dat dan? Dat is allemaal aan jou om te bepalen. Die autonomie kan je beangstigen of ze kan je net vleugels geven.

Als VLA hopen we natuurlijk dat deze autonomie je vleugels geeft. Maar of dat ook zo is, hangt waarschijnlijk van veel factoren af: persoonlijke zoals ingesteldheid en karakter, en situationele zoals werkdruk en vooropleiding. Omdat we als VLA iedereen vleugels toewensen, willen we doen wat we altijd doen: jullie samenbrengen en inspireren op het VLA-voorjaarscongres 2023.

Tijdens dit congres benadrukken we de regisserende rol van de leraar. Die rol kan houvast geven in het omgaan met je autonomie als leraar. Een regisseur volgt immers een script, weet welke effecten hij wil creëren en heeft een heel register aan attributen en werkvormen om dat te doen.  Het lijkt een titanenwerk, maar is tegelijkertijd een begeesterende uitdaging.

Durf je als leraar vanuit de regisseursstoel naar je lessenreeksen te kijken: wat is je script, welke effecten wil je creëren en welke werkvormen ga je inzetten om dat te bereiken?

  1. Sterke vakdidactiek inspireert.

Vakdidactiek aardrijkskunde, we kregen het allemaal in onze opleiding. Daar leerden we het lesonderwerp tijdens de lesvoorbereiding éérst als geograaf af te lijnen en te behandelen.   Pas nadien geven we het lesthema  vorm met de blik van een leraar.

VLA stelt vandaag in zijn missie en visie op krachtig aardrijkskundeonderwijs dat het lesonderwerp liefst een maatschappelijk relevant thema is, met een ruimtelijke component en/of een fenomeen van het systeem aarde of de wereld.

Voor de opbouw van ‘het script’ voor je lessenreeks ga je zo’n lesonderwerp dus onderzoeken als een geograaf, in plaats van vanaf het begin na te gaan wat je over dit onderwerp aan leerlingen zou willen leren.  Voor je onderzoek beschik je als geograaf over een arsenaal aan ‘gereedschappen’ of  geografische vragen (‘waar’, ‘wat waar’, ‘waarom daar’, ‘welke gevolgen daar en elders’, ‘wat waar best’, enz.), manieren om die te beantwoorden (door te oriënteren, lokaliseren, ruimtelijk te analyseren, verbanden en systemen te ontwarren, in kaart te brengen, …) en geografische concepten (schaal, afstand, interactie, verandering, …) om je blik scherp te stellen.

Door op deze manier zelf grip te krijgen op het lesonderwerp, wordt het je gaandeweg ook duidelijk wat je hiervan net wil overbrengen bij je leerlingen. In dit stadium komen de eindtermen of leerplannen zeker aan bod en leg je de focus. 

Zo ga je van de opbouw van het script over naar het bepalen van de effecten die je wil creëren en een verdere verfijning van het script. Breder dan enkel de link met de eindtermen, kan je die effecten in lijn zien met de doelstellingen die de VLA in haar missie voor het aardrijkskundeonderwijs en visie op ‘krachtige aardrijkskunde kennis’ hebben omschreven.

Als effect van het aardrijkskundeonderwijs willen we dat leerlingen kennis hebben opgebouwd (zowel de inhoud zelf, als hoe je informatie verzamelt en verwerkt, als hoe kennis wordt opgebouwd) en vermogens hebben ontwikkeld om met die kennis om te gaan (zoals leren redeneren, in vraag stellen, wenselijkheid van evoluties bevragen, vanuit verschillende perspectieven kijken, een argumentatie voor een eigen standpunt opbouwen, aanbevelingen suggereren, enz.).

Pas wanneer je script en de effecten die je wil bekomen helder hebt, stel je jezelf de vraag wat je zal moeten inzetten om dat te bereiken: zowel wat betreft inbrengen van nieuwe of getrainde kennis en vaardigheden, als werkvormen. Of een gedifferentieerd aanbod daarvan, afhankelijk van je klasgroep.

Natuurlijk is het de bedoeling dat je ook je leerlingen vanuit ruimtelijk perspectief naar het lesonderwerp laat kijken. Het stellen van de geografische vragen en het beantwoorden ervan zijn niet enkel de gereedschappen van de leraar tijdens zijn lesvoorbereiding, maar net dezelfde tools die je je leerlingen steeds beter kan leren hanteren.

  1. Het VLA-congres als inpiratiebron

 

Met dit congres brengt VLA opnieuw een didactische vraag naar onze leraren.  We stelden ons vooraf de volgende vragen: wat wordt met ‘krachtige kennis’ bedoeld, wat maakt kennis krachtig, of wanneer geef je als leraar krachtige kennis door, of nog beter: wanneer geef je als leraar aardrijkskunde ‘krachtige aardrijkskunde’?

Op zich geen makkelijke vragen.  We brengen buitenlandse onderzoekers binnen het domein van de vakdidactiek aardrijkskunde samen op het congres, zetten zelf een denktank op als inhoudelijke voorbereiding en hebben onze onderzoeks- en discussieresultaten gepubliceerd als voorafname in het Jaarboek 2022.

We brengen hiermee onze vragen, stellingen en mogelijke antwoorden naar het onderwijsveld.  Door een kruisbestuiving van lezingen en zeer praktische workshops met didactische voorbeelden, willen we aardrijkskundeleraren niet alleen uitnodigen tot het opnemen van kennis en inzichten, overtuigen van de noodzakelijke blending tussen strikte wetenschap en socio-economische context, maar zetten we hen nog meer op weg om de eindtermen doelgericht in de onderwijscontext te brengen.  We zijn immers overtuigd dat we allen streven naar krachtige aardrijkskunde, waarbinnen leerlingen leerinhouden in de brede zin van het woord levenslang meenemen en ten volle kunnen inzetten.

Het voorjaarscongres 2023 kreeg als titel ‘Ruimte voor krachtige aardrijkskunde – de leraar als regisseur’ –.  Op zich een koppeling van vaststelling, open vraag en didactische handeling.  

We kozen voor een inhoudelijke opstap vanuit onderzoek: een voormiddag waar we actuele standpunten over krachtige aardrijkskunde naar voor brengen en de bijzondere plek van vakdidactiek illustreren.

In de namiddag tonen we voorbeelden van de klaspraktijk en nodigen we je uit om daarover in gesprek te gaan: ‘Hoezo is dit een voorbeeld van krachtig aardrijkskundeonderwijs en hoe is dit inpasbaar in de realiteit van het dagelijks lesgeven?’. Voor de selectie van workshops gingen we niet top-down op zoek: geen illustraties van wat de voormiddag voorstelt, maar een reeks aan diverse praktijken die het organiserend comité zelf inspireerde. Een bloemlezing uit wat er bestaat.

We nodigen je dan ook van harte uit om er ook je eigen verhaal van te maken en de regisseursrol te durven opnemen. Hopelijk kunnen de verschillende bijdragen aan het congres je inspireren en wie weet vleugels geven. Het is je van harte toegewenst!

 

Het programma vind je hier

 

 

Niet lang twijfelen dus!  Niet uitstellen! 

Gewoon naar de website gaan, je digitaal inschrijven en je voorkeuren

voor workshops-lezingen vastleggen!

 

Inschrijven kan je hier

Datum start
Datum eind